visie over karate en budo
logo Stichting AIM

Stichting AIM

Een visie op karatedo als sport, bewegingskunst en budo


Karatedo

boek - geschiedenis van het karate in Nederland

Elke cultuur, elke samenleving heeft zijn eigen methoden ontwikkeld om te overleven te midden van een haar vijandige omgeving en ongetwijfeld zal de noodzaak tot overleven en zelfverdediging aan de wieg hebben gestaan van de perfectionering van gevechtsstrategieën in de Aziatische krijgstradities. Zo is karate ook begonnen. In de loop van de tijd heeft dat karate een ontwikkeling doorgemaakt, waardoor het uitermate goed geschikt is voor opvoeding en persoonlijke ontwikkeling. Het is bovendien ook nog heel leuk en uitdagend om te doen.

Van 1987 tot 2003 heeft de stichting karatelessen verzorgd op een aantal locaties in Amsterdam onder de naam Makoto. Hoewel de lessen goed bezocht werden viel het niet meer te combineren met andere activiteiten. Met name de toenemende werkdruk bij de nationale Leraren Opleiding van de KBN speelde daarbij een rol. Op dit moment ligt de nadruk bij de karate-activiteiten op het uitbrengen van publicaties. Als eerste grote publicatie is in december 2017 het boek Traditie in Beweging: De geschiedenis van het karate in Nederland (350 p.) verschenen. Als tweede grote publicatie zal in december 2020 het boek Van Samoerai tot Sony: De vele Gezichten van Japan (320 p.) verschijnen. Beiden boeken worden uitgegeven door MakotoPress.

Hardcover uitgave Karate in Nederland (beperkte oplage), kostprijs € 34.95 (gratis verzending).


Meer info:

Een visie op karatedo

Een eerdere versie van dit artikel is gepubliceerd als onderdeel van de Leraren Opleiding KBN (Karatedo Bond Nederland) en heeft ook een tijd lang gediend als op de formele visie van de KBN. Aanleiding was de nieuwe 0pleidingenstructuur die in september 1995 een aanvang nam met een bespreking tussen vertegenwoordigers van de Nederlandse Sport Federatie en het Nederlands Olympisch Comité enerzijds en de KBN anderzijds. Uiteindelijk kon die herstructurering van de Leraren Opleiding KBN een paar jaar later worden afgerond door Gertjan martens en André ter Veer. De nieuwe opleidingenstructuur werd in juni 2001 gepresenteerd aan de ledenvergadering van de KBN. Het oorspronkelijke visiestuk dateert uit 1996.

De plaatsbepaling van het karatedo binnen de sportbeoefening in Nederland

Karatedo belichaamt een oude traditie in bewegingsvormen met een grote diversiteit. Deze traditie is in Nederland vertegenwoordigd middels de KBN als exclusieve vertegenwoordiger van het karate naar de Nederlandse overheid toe. Deze laatste heeft het karatedo ondergebracht bij het Ministerie dat onder wisselende benamingen het Nederlandse beleid bepaalt inzake cultuur, welzijn, sport, recreatie en wat dies meer zij. Daarbinnen krijgt het karatedo steeds een plaats toebedeeld binnen de sport. De inschaling van karatedo als sport is twijfelachtig en op zijn zachtst gezegd wat mager. Wij zullen hierop later nog wel terug komen, maar zonder nu op deze discussie in te gaan, mag het duidelijk zijn dat er vele vormen van karate-beoefening zijn. De wijze waarop karate wordt beoefend en beleefd - met andere woorden de betekenis die er aan wordt gegeven - zal evenwel van doorslaggevende betekenis zijn voor de visie op karatedo. Een brede visie op karatedo, die ruimte laat voor een veelzijdige mensontwikkeling en waarvan de sociaal-maatschappelijke betekenis niet beperkt blijft tot het sportkarakter, staat echter onder druk. Voor een deel is dat te danken aan de 'versporting van de samenleving' en de prestatiecultuur, voor een deel ook door de onbekendheid met zo'n brede maatchappelijke invulling. Die druk en versmalling van het karate zal niet minder worden nu karate een olympische sport is geworden. Toch liggen de mogelijkheden om karate in te zetten binnen een maatschappelijke context veel eerder buiten de sport dan daarbinnen, hoe mooi sportbeoefening ook kan zijn.

Sport en maatschappij

Zoals in de inleiding al is opgemerkt, is de gelijkschakeling van karate en sport enigszins ongelukkig. Dat betekent niet dat het karate geen sport zou (kunnen) zijn. Het heeft echter veel meer potentie. Dat het karate binnen de sportbeoefening in Nederland een bijzondere plaats in neemt zal hopelijk uit het onderstaande naar voren komen.

Als we aan sport denken dan denken we in één ademteug door aan spel en aan competitie. Die fascinatie is begrijpelijk. Onze Westerse samenleving is nogal competitief ingesteld en door karate te vertalen als zijnde een sport wordt aangesloten op de hier heersende cultuur waar alles draait om winnen en verliezen. Mentale ontwikkeling wordt daarin ook vertaald als leren verliezen, niet opgeven en het beste resultaat proberen te halen. Dit alles mag ons niet verbazen. Het is het gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste tweehonderd jaar. Normen en waarden worden meer en meer een individuele zaak, worden voortdurend gerelativeerd en beginnen te zweven.

In de wetenschap heeft de eenzijdige aandacht voor het rationele geleid tot een wetenschapsvisie waarbij we iets met onze vijf zintuigen moeten kunnen waarnemen, meten en controleren, vooraleer we er een gefundeerd oordeel over kunnen vellen.

Een definitie van sport

De versmalling van ons mensbeeld heeft ook gevolgen gehad voor onze opvattingen over het lichaam. De wijze waarop in de 19e eeuw met de lichamelijkheid van de mens is omgegaan, vinden we terug in de 'kijk op sport' die we uit die tijd geërfd hebben: een strenge disciplinering en reglementering van een bewegingsspel waarin objectieve prestatie en wedijver voorop staan. In het kielzog van die benadering hebben we het verenigingswezen zien opkomen. Al gaande heeft er zich een traditionele sport-opvatting ontwikkeld met waarden als 'individuele vorming en ontplooiing', 'sociale integratie', 'gezondheid' en 'actieve ontspanning'.

Geleidelijk aan zien we - met name in de tweede helft van onze eeuw - een zekere ommekeer plaats vinden. Met het vrijkomen van tijd is de invulling daarvan aan de orde. In de eerste levensbehoeften is inmiddels ruimschoots voorzien, zodat de levenskwaliteit en levensverwerkelijking naar de voorgrond komt. We willen van welvaart naar welzijn. Het vrijkomen van tijd en geld, samen met het wegvallen van de oude maatschappelijke samenhangen en hun instituties, maken dat zelf-bepaling een concreet item is geworden, ook binnen de bewegingscultuur. De maatschappelijke waardeverschuiving manifesteert zich in de sport onder meer doordat zich steeds meer varianten van beweging aandienen. Al doende wordt de definitie van sport opgerekt. Topsport reikt voorbij de grenzen van de gezondheid, ouderen beginnen recreatief te sporten, veel sport wordt individueel beoefend, niet-wedstrijd-gericht maar expressief, en we zien de opkomst van een nieuwe 'sport'-opvatting: de op het uiterlijk gerichte fitness-cultuur.

De breekbare relatie tussen karatedo en sport

Ergens in dit veld begeeft zich het karatedo en het mag duidelijk zijn dat het karate zich niet bij alle vertegenwoordigde waarden thuis voelt. We kunnen ons dan afvragen of sport al dan niet verenigbaar is met karatedo. Deze vraag leidt onherroepelijk naar een volgende: welke waarden vertegenwoordigt het karatedo en hoe verhouden die zich tot de sportieve waardebepaling? Wanneer houdt karate op karatedo te zijn en is het nog louter een spel, een sport? Sommigen van ons raken niet uitgespeeld, alsof er niets belangrijkers is om zich op te richten. De traditionele waardebepaling van sport zoals we die in het voorgaande hebben vastgesteld is zeker niet tegengesteld aan het karatedo. Het bevat waarden die ook het karate kenmerken. In deze zin liggen sport en karate in elkaars verlengde. Sport levert in die oorspronkelijke opvatting dan ook een belangrijke maatschappelijke bijdrage.

Waar sport evenwel is ontwikkeld vanuit een sfeer van spel en tegenspel, uitmondend in een of andere vorm van wedijver, is karatedo niet zozeer wedstrijd-gericht. Juist ten aanzien van dit in het budo (de overkoepelende term voor alle Japanse krijgswegen) ontbrekende spel-element heeft sport-karate iets toe te voegen aan het karatedo. De aanwezigheid van een competitief ingestelde oefenvorm, stelt het karate open voor beoefening door de jeugd en jonge volwassenen.

Deze toegankelijkheid leidt de jonge mens - geobsedeerd door spelvormen, onderlinge krachtmeting en de belofte dat hij leert vechten - bij de beoefening van karatedo binnen in een betekenisvolle traditie die zich te zijner tijd zal laten gelden als een discipline die verder graaft dan op het eerste oog werd vermoed. Ondertussen leert de beoefenaar bij de zogenoemde kumite-vorm van sportkarate een aantal essentiële kwaliteiten. Het aanleren van goede reflexen, een zekere mate van intuïtief reageren, lichtvoetig bewegen, tactisch in- en uitbewegen, het leren presteren onder druk, gecontroleerde uitoefening van de techniek, conditie en souplesse, een goede wedstrijdvechter zal in staat zijn een aantal kwaliteiten uitstekend te demonstreren. Bij kata-wedstrijden (nt. kata=vorm) leert de deelnemer zich presenteren in een oefening waarbij onder meer technische beheersing, ritme, bundeling van kracht en expressie uitvergroot aan de orde zijn. Voorwaar geen geringe opgave.

Zolang het spel-element blijft ingebed binnen het grotere, vormende geheel, kan er alleen maar sprake zijn van een verrijking van het karatedo. Het vergt wel een zekere budo-houding van alle deelnemers, zodat het beeld van elkaar beschimpende coaches, deelnemers en scheidsrechters ons onthouden mag blijven.

Karatedo in het licht van budo

Een verschil met budo-gericht karatedo is dat daar vorming en ontplooiing verder proberen te reiken. Waar (wedstrijd)sport vooral een jong-menselijke activiteit pleegt te zijn, is karatedo gericht op een (zo mogelijk) levenslange vorming. Lichamelijke en geestelijke gezondheid en integratie van de individuele beoefenaar in een sociale structuur zijn daarbij een vanzelfsprekend uitgangspunt.

Karatedo houdt zich in eerste instantie bezig met het aanbrengen en ontwikkelen van normen en waarden, zowel persoonlijke als sociaal-maatschappelijke. Deze benadering binnen de traditie houdt altijd een gelijktijdige aandacht voor de fysiek-technische en mentale component in. Dat mentale aspect binnen karatedo onderscheidt zich van dat binnen de gangbare sport-beoefening. Bij sport dient de mentale gesteldheid in de eerste plaats voor het bereiken van een beter (wedstrijd)resultaat. Bij budo dient het bewegen te leiden tot een beter gewortelde mens, een mens die zich kan verlaten op zijn eigen fysieke en mentale gesteldheid, en die ook beter in staat is om zich thuis te voelen in de hem of haar omringende wereld.

Het karatedo begint traditioneel altijd met opbouw van een sterke, stabiele persoonlijkheid en is in die zin ego-versterkend: leren met twee benen in de wereld te staan, het ontwikkelen van zelf-respect en zelf-bewustzijn zijn wezenlijke momenten bij karatedo, zeker in de eerste fase. Het ego leert in het karatedo evenwel van meet af aan zijn grenzen kennen, ingeperkt als het wordt door de principiële ondergeschiktheid in de leraar-leerling relatie, de plaats in de groep en het afgedwongen respect voor de ander. Dit maakt dat bij de beoefenaar na verloop van tijd de controle bij de uitoefening van de techniek overgaat in controle over het eigen leven, de persoonlijke emoties, en de invloeden van buitenaf. Het niet-verplichtende karakter van recreatie-sportbeoefening ontbreekt binnen budo in ieder geval op de langere termijn. Het uiteindelijke doel ligt in harmonie en innerlijke rust. Daarbij sluit het budo automatisch aan bij andere in het Oosten ontwikkelde disciplines als kyudo ('boogschieten') en kenjutsu ('zwaardvechten'), maar ook bij andersoortige disciplines als (zen)meditatie. De basis van die ontwikkelingsweg ligt in de dojo ('oefenzaal'). Daar maakt de beoefenaar zich het aangereikte normbesef in de loop van de tijd eigen om het vervolgens in zijn of haar levenswijze te incorporeren. Om begrijpelijk te maken hoe dat werkt is het van belang om te kijken naar het mensbeeld dat achter de Oosterse ontwikkelingswegen verscholen gaat.

Het mensbeeld

Het mensbeeld waarop wordt gedoeld is in een ontstaansgeschiedenis van zo'n 4000 jaar vanuit de Indiase filosofie via China in Japan en Okinawa terecht gekomen en heeft er haar plaats opgeëist binnen de gevechtstradities. Daarbij heet het zich steeds vermengd met de plaatselijke tradities van China, Japan en Okinawa..Hierbij gaat het veelal om op eigen, innerlijke ervaring gebaseerde kennis. Uitgegaan wordt van drie dimensies van het menszijn die niet los van elkaar zijn te zien, te weten de lichamelijke, de emotionele en de mentale dimensie. Door de moreel-mentale ontwikkeling alleen maar in het licht te zien van competitie wordt de betekenis van de karate-traditie uitgehold en afgeleid van de oorspronkelijke bedoeling. Er is een wat ruimere invulling mogelijk van het begrip traditie.

Het Japanse denken vooral is beïnvloed vanuit het shintoïsme, het boeddhisme en het confucianisme. Het zijn deze drie tradities die alle onderdelen van het Japanse leven hebben doordrenkt. Het ontwikkelings-psychologische model van het budo vindt met name in het boeddhisme haar wortels. Het confucianisme is met name bepalend geweest voor de sociaal-maatschappelijke vorming. Het karatedo is hierbij filosofisch en praktisch aangesloten. De weg die het karatedo bewandelt kan in verschillende niveaus worden onderscheiden.

De beoefening in niveaus

Het fysieke niveau is het eerste niveau waarop karate gericht is, de ontwikkeling van een sterke fysiek, het leggen van een fundament. Net als een goede pizza begint karatedo met de bodem. De kihon is binnen karate het fundament. Maar ook wordt van het begin af aan een basis gelegd met het aanreiken en leren eigen maken van wat wij maatschappelijke betamelijkheid zouden willen noemen. Deze basis komt terug in alle andere onderdelen van de karate-beoefening: in kata, in kumite, in zelfverdediging en wat dies meer zij. In eerste instantie wordt de training lijfelijk ervaren. Door langdurige training leer je onderkennen dat 'er meer achter steekt'. In de beoefening wordt voortdurend gestreefd naar verdere perfectionering van techniek. De techniek, het smeden van lichaam en geest, is het te gebruiken instrument. Uiteindelijke bewegingsresultaten kunnen steeds weer slechts op voorlopige basis worden vastgesteld. Perfectie is per definitie (schier) onbereikbaar, maar blijft voortdurend het streven bepalen.

Het tweede niveau waarop men wordt aangesproken is het sociaal-maatschappelijke niveau. Het leren samenwerken, integratie in de groep, etiquette, sociale gezondheid, de betekenis van de budo-traditie, het sociaal-culturele aspect etc. Kortom, het ontwikkelen van normen en waarden en de vaststelling van de eigen plaats in de groep en de maatschappij.

Binnen het karate heerst een sterke hiërarchie. Die hiërarchie is er niet zo maar. Ze is gebaseerd op een surplus aan kennis en weten - zowel praktisch als theoretisch en ethisch - van boven naar onder. Het moment van confrontatie ligt zoals bij elke vorm van groei, ontwikkeling en opvoeding altijd om de hoek en door de strenge (zelf-)disciplinering is de houding ten opzichte van de nieuweling veeleer een van 'take it or leave it'. Dat neemt niet weg dat het uit commercieel oogpunt geen kwaad kan zich van klantvriendelijkheid en marktmechanismen op de hoogte te stellen. Het lerend vermogen is bovendien groter indien er een positieve atmosfeer aanwezig is.


Het normatieve karakter van karatedo

Traditie gaat over ontwikkeling van waarden, die zich in de loop van geschiedenis van de mensheid gevormd hebben tot wat het vandaag de dag is. Deze normen en waarden worden van generatie op generatie doorgegeven. In karatedo zijn dat de kata ('vaste vormen') en andere trainingsmethoden, de ontwikkelings-stadia en de budo-principes. Dat hele pakket is de traditie. Zoals te doen gebruikelijk worden de disciplines die zich in het Oosten hebben ontwikkeld, gekenmerkt door een praktische instelling. Dit geldt evenzeer ten aanzien van de ontwikkeling van normen en waarden. De ethische kennis, het normatieve handelen ligt steeds in de praktische toepassing.

Bijkomend element is de relatie criminaliteit-karate. Dat velen bij karate denken aan een sport met criminele elementen is niet alleen onjuist en ongenuanceerd maar ook enigszins begrijpelijk. Als je een uitsmijter nodig hebt of iemand die een medeburger een paar klappen voor zijn kop kan geven dan ga je niet te rade bij de plaatselijke damvereniging. Dat maatschappelijke randfiguren interesse tonen in wat zich binnen de 'gevechtsport-tradities' afspeelt mag geen verwondering wekken. Maar de heilige staat hier zo gezegd naast de crimineel. Juist het onderwerp van karate geeft het een enorm maatschappelijk belang. De wijze waarop er mee wordt omgegaan is beslissend: het vormende element schuilt met name in de opvoedkundige relatie tussen leraar en leerling, een relatie die in geen geval mag (ver)worden tot die van trainer-pupil. Als in de omgang met het gevecht en agressiviteit de menselijke waarde en waardigheid overeind kan blijven, dan is dat van groot maatschappelijk belang.

Het derde niveau

Over het derde niveau valt veel te zeggen, maar het is een complex verhaal dat meer ruimte nodig heeft dan een paar alinea. We hebben het op dit niveau over het mentale, intellectuele en geestelijke aspect van karatedo, waar karaktervorming, concentratie, toewijding, mentale gezondheid, intellectuele studie en meditatie samenkomen. Het is om voorliggende redenen dat karatedo wel als een 'way of life' wordt beschouwd. Niet een of andere vorm van sportverdwazing, maar een samenkomen van alle aspecten van het leven tot één compleet geheel.

Conclusie

Een visie op karatedo betekent een onderzoek naar de waarden die het vertegenwoordigd. Ons inziens is het karatedo in Nederland op een punt aanbeland waar wederom moet worden vastgesteld wat we met ons karate willen en wat de waarden zijn die we de moeite waard vinden om te verdedigen. De eerder gestelde maatschappelijke relativering van normen en waarden brengt niet met zich mee dat opeens alles kan en mag wat de gek weet te bedenken, omdat toch alles relatief is. Het geeft ons in tegendeel de verplichting vanuit ons morele geweten en ons hart keuzes te maken. Die keuzes hebben geen eeuwigdurende geldigheid maar zullen steeds weer op nieuw moeten worden gemaakt. Het alternatief is de dingen op hun beloop laten gaan, geen keuze maken. In dat geval kiest het leven voor ons en Dit is een toestand die het best valt te vergelijken met die van een dolgeworden kompas: het geeft geen richting meer aan. Het is een alternatief dat aan ons leven richting en betekenis ontneemt.